Er zijn de afgelopen paar weken dingen gaande die steeds verwijzen naar waar om mijn leven zo minimaal begon. Het was al duidelijk geworden dat het om een kind ging dat er voor mijn leven was. Er wordt vaak gezegd dat waar één leven eindigt, het volgende leven verder gaat. Het leven van dat kind voor mij was geen leven. Dat was al duidelijk. Het enige wat dan nog interessant zou zijn is wat er precies gebeurd is waardoor dat leven eindigde als tweejarige. Eind jaren 90 was er iemand die daar iets over zei. De afgelopen paar weken kwam dat een paar keer terug in mijn slaap. De persoon die eind jaren 90 daar het eerste over zei, zei: in je vorige leven ben je als kind met je moeder vergast in concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland. Ik had daar een reactie op maar daarover later meer.
In mijn slaap kwam dit twee keer terug in dromen. De eerste keer werd het vanuit het innerlijk kind gezegd tegen ouders. Het ‘klonk’ alleen heel erg vaag, bijna niet te verstaan in die droom. Dat innerlijk kind zei eigenlijk precies hetzelfde. Het voelde daarbij alleen alsof het leven van dat kind uit het eerdere leven door liep in het huidige leven. Daarbij zei het kind het zodanig dat het klonk alsof het leven van dat kind zijn eerdere leven was. Maar dat komt dan alleen uit het bewustzijn van de ziel voort dat het duidelijk wordt. Dat vorige leven was wel een ander mens maar wel met dezelfde ziel of geest in het lichaam als nu in mijn leven en lichaam. Na die droom waren er één of twee andere ervaringen in de slaap. Ik herinner me er maar één een beetje van. Daarin was het weer eens een heel energetisch gebeuren. Het was alleen niet zo tastbaar als voorheen. Waarschijnlijk omdat er veel spanning weg is. Daardoor was het vaak een tastbare ervaring. Het enige wat er van die ervaring over is gebleven is dat de vingers van beide handen, die met de handpalmen naar elkaar toe gericht waren, in een enorm tempo bepaalde bewegingen maakten die weer een soort patroon leken in te houden. Voor de rest is er van die ervaring niks meer te herinneren. Terwijl ik dit opschrijf krijg ik het gevoel dat in een andere ervaring ook weer eens het vliegen voor kwam. Maar dat is niet echt duidelijk tastbaar als herinnering.
De tweede keer dat er in mijn slaap verwezen werd naar dat leven van een kind dat in een concentratiekamp gedood was was vanmorgen in de slaap. Het beeld was van het ouderlijk huis waarbij een kind (dat niet klein meer was maar meer gegroeid) in de slaapkamer was dat vroeger mijn slaapkamer was. Het kind had zijn ouders verteld over het concentratiekamp maar de ouders leken het niet serieus te nemen. Er was een gespannen sfeer. Het kind zei tegen de vader ‘ik vertel jou de meest diepgaande trauma’s maar….. Wat daar achteraan kwam weet ik niet meer maar het zal er om gaan dat het kind niet serieus werd genomen. Op een gegeven moment wees het kind naar de vader en zei ‘jij bent niet mijn vader’. Waarschijnlijk zei hij dat omdat de vaderfiguur hem dus niet serieus nam als zijn kind. Het kind was iets aan het inpakken en het gevoel was alsof hij het huis wilde verlaten. De moeder nam het kind ook niet serieus en zei dat hij door moest gaan met waar hij mee bezig was. Niet exact in die woorden maar daar kwam het wel op neer. Daarop werd ik wakker. Ik lag met mijn handen helemaal onder op mijn lichaam. Helemaal onderin is de basis en eerder al, ergens vorige week, voelde ik daar al een bepaalde spanning die fysiek als erg intens voelde. Ik las iets over wat er in de wereld gaande was waardoor ik bepaalde gedachten kreeg. Het was alsof ik in die gedachten daar iets over zei waarbij ik die spanning voelde. Dat deed me weer denken aan hoe vroeger af en toe enorme spanning tot expressie kwam. De spanning is nu puur fysiek maar voelde wel net zo. Het kwam alleen niet zo heftig tot uitdrukking als vroeger. Die spanning leek dan in de droom in het ouderlijk huis weergegeven te worden. Het kind lijkt dan het huis te willen verlaten omdat hij niet door de ouders (gedachte en gevoel als manlijk en vrouwelijk) serieus genomen wordt. En waarschijnlijk is dat beeld zo omdat de verbinding van manlijk en vrouwelijk dan ook nog niet gemaakt is. Fysiek voelt het overdag wel vaak vermoeiend.
Hoe komt het in meer tastbare zin terug in mijn leven wat dat concentratiekamp betreft? Om te beginnen ben ik vlak bij de Duitse grens geboren, zo’n 10 km van de grens. Ik heb de dienstplicht nog meegemaakt. Ik moest in 87 mijn dienstplicht vervullen. Ik werd naar een kazerne gestuurd om een rijbewijs te halen voor een klein gepantserd rupsvoertuig. Op die kazerne droeg iedereen een groene baret…. behalve ik. Ik kreeg een zwarte baret. Daarover zei iemand van het peloton ‘dan ga je naar Duitsland’. Na twee maanden had ik mijn rijbewijs en werd ik naar een cavalerie opleidingscentrum gestuurd. Daar had iedereen een zwartte baret. Daar leerden bestuurders van het rupsvoertuig terreinrijden en andere zaken. Later moesten er bemanningen gevormd worden maar er moest ook een keuze gemaakt worden waar je naartoe ging. Er was de keuze tussen twee grote internationale en een kleine Nederlandse kazerne. Zoals ik toen was zag ik het niet zitten om naar zo’n grote kazerne te gaan dus koos ik voor de kleine Nederlandse kazerne. Toen was er nog een beetje een confrontatie omdat iemand zich bedacht die eerst voor zo’n grote kazerne koos maar toch liever naar die kleine wilde. Door strootjes trekken ging hij uiteindelijk toch naar de grote kazerne en ik naar de kleine Nederlandse kazerne. Ik ben wel eens op de grote kazernes geweest maar dat ging om de belastingvrije shops. De sfeer van de dienstplicht was van dat stoere gedoe met een grote bek. Daar voelde ik me niet zo in thuis. Het besturen van het voertuig was eigenlijk het enige wat ik leuk vond aan die hele dienstplicht. Wat er wel interessant was, en wat ik toen nog niet zo begreep, was dat de kazerne vlak bij het voormalige concentratiekamp lag. Aan het einde van de dienstplicht zin we daar nog geweest. Ik zag zwart-wit foto’s van stapels lijken in het gebouw maar die deden me niet iets. Het kamp is overigens een monument. Er was echter wel iets wat er speelde. E werd gezegd dat er op het terrein van het voormalige concentratiekamp ook Russen begraven waren. Ondanks dat ik zo enorm beperkt was voelde ik dat ik daar naartoe wilde gaan om daar te kijken. Er was niet echt iets te zien, alleen terrein en verder niets. Maar dat gevoel sloot wel aan bij wat degene eind jaren 90 zei. Ik reageerde daar dan ook op met ‘daar ben ik in dit leven nog geweest’. Ik ben benieuwd wat er eventueel nog verder in gebeurt in de ontwikkeling. Dat zal dan ook in mijn slaap te zien moeten zijn.
Als ik het zo allemaal mee maak dan lijkt het er op dat ook het postuur van het lichaam weergeeft hoe het met het ‘eerdere leven’ is afgelopen. Ik ben altijd aardig tenger geweest. Dat lijkt een weergave te zijn van hoe dat eindigde. In de ontwikkeling wordt het ook een beetje mager en daar doe ik niets aan. I=Het ziet ernaar uit dat de ontwikkeling in wezen terug gaat naar dat concentratie kamp. Waarom? Omdat het kind er nooit uit is gekomen. Iemand die het overleefde kwam er meestal graatmager uit en moest zijn leven en lichaam weer opbouwen. Ik heb in mijn leven nooit het leven geleefd. Ik had totaal geen energie, geen uitdrukking van enige levensaspect, de pubertijd is aan mij voorbij gegaan en noem maar op. Ik heb in wezen dat einde van het kind in dat concentratiekamp ervaren, zoals zich dat uit als er niks verandert. Dat uit zich dus ook lichamelijk. Buiten het postuur heb ik ook nooit veel spierweefsel gehad. Daarbij heb ik mijn lichaam in het verleden enorm overbelast door zwaar werk. Als je geen energie hebt dan wordt het lichaam geforceerd als dat soort werk gedaan moet worden. Daardoor liep alles muurvast. Mijn hele lichaam stond ook altijd scheef en in een onnatuurlijke houding. Eigenlijk heb ik dat einde van dat kind in het leven voor mij in wezen nog veel meer verzwaard als het energetisch gezien wordt. De ontwikkeling lijkt dan ook terug naar dat punt in het concentratiekamp te gaan. Als de ontwikkeling klaar is kan ik pas mijn leven beginnen en is het trauma van dat concentratiekamp uitgewerkt. Dan is het kind er in die tijd niet uitgekomen maar de ziel die er in zat, en die in mijn lichaam zit, is wel van het trauma bevrijd. Alleen dan wel in menselijke ervaring. Dus zodra de ontwikkeling rond is is het als het ware de bevrijding uit dan concentratiekamp en kan mijn eigen leven pas beginnen. En wel op een manier die ik voorheen überhaupt nooit zou hebben kunnen voorstellen. Wat dan wel fysiek overeen komt met een concentratiekamp is dat ik mijn lichaam weer moet versterken, het spierweefsel weer opbouwen enz. Dat moet alleen wel eerst tot ontspanning komen want ook dat heeft mijn lichaam in een scheve houding gezet. Kortom, er is geen ontkomen aan aan hoe dat gaat. Als ik het zo voel dan vraag ik me soms wel af of het überhaupt zover komt dat ik weer kan gaan opbouwen. Zeker in de huidige tijd dat op de eindtijd en/of de eindstrijd lijkt in de wereld. Ik zou het hele proces wel graag afgerond zien.
Aan een lichaam kan dus gezien worden hoe een leven voor iemand is geëindigd. Als een lichaam flink gespierd, een breder postuur etc laat zien dan is een leven voor iemand tot een hogere leeftijd verlopen. Er zijn ook mensen die enorm breed gebouwd zijn. Die zouden zo’n leven verder opgebouwd kunnen hebben of het leven voor hen was al als iemand die postuur klerenkast had. Ik herinner me dan de vrouw waar ik een zielsherkenning mee heb ervaren. Die was qua postuur ook erg tenger, was plat en had qua kleren de grootste kindermaat. Ze was ook erg strijdig. Aan de hand van wat ik zo mee maak moet een leven voor die vrouw ook als kind geëindigd zijn. Daar verwijzen het postuur en de kledingmaat naar. Als ik dan naar die ervaring kijk dan lijkt dat wel de meest beperkte situatie te zijn geweest die er überhaupt mogelijk is. Twee mensen wiens leven een voortzetting van de dood van een kind is, een zielsherkenning waar niets aards aan is en wat ook niet menselijk is maar een herkenning van ooit en zo eigenlijk niets inhoudelijks wat over het leven gaat want het is ook geen menselijke relatie. Het enige wat er dan over blijft is dat er lichamelijk iets ervaren kan worden. Dat was er dan ook wel in zekere mate. Aangezien het geen man-vrouw relatie is kan de spanning die er dan speelt eigenlijk alleen maar vanuit het innerlijk kind ervaren zijn. Want er moet toch een aspect zijn van waaruit zich dat uitdrukt. Het kan nooit alleen maar het lichaam zijn. Ik vraag me trouwens wel af of zij het ook als een zielsherkenning ervaren heeft. Dat hoeft niet zo te zijn. Voor mij was het duidelijk omdat ik zag dat ik uit mijn lichaam stapte. Of zij ook iets tastbaars heeft ervaren wat op een zielsherkenning wijst hoeft niet gebeurd te zijn.